Dressuurruiter Anky van Grunsven is een van de grootste Olympiërs aller tijden – tot zover niks nieuws. Maar ook een topper als zij kan zelfs in de niet zo risicovolle dressuursport door een val van een paard, een gemene beenbreuk oplopen. En toen moesten de Spelen van Athene nog beginnen…
Het is alweer even geleden, januari 2003 om precies te zijn, maar als ik Anky vraag wat er die dag gebeurde, weet ze me nog ieder detail haarfijn te vertellen. “Het was superkoud die dag. Mijn paard was aan het revalideren, de dierenarts had aangegeven rustig aan met hem te doen. Dat deed ik ook toen ik het paard aan het berijden was, maar toch schrok hij opeens ergens van, waardoor hij extreem reageerde en heftig begon te springen. Ik werd gelanceerd en kwam op de grond op mijn bovenbeen terecht. Ik wist meteen dat het niet goed zat.”
Er werd een ambulance gebeld en Anky werd naar het ziekenhuis gebracht. Het bleek een nogal pittige breuk en tijdens de operatie die volgde, kreeg ze zelfs een bloedtransfusie. Ze moest vervolgens tien dagen in het ziekenhuis blijven en daarna heeft ze vierenhalve maand op twee krukken moeten lopen. “Ik had een hoop ijzerwerk in mijn benen gekregen, allerlei pinnen en platen, maar ik kon er op een gegeven moment niet meer mee lopen, waardoor ze na acht maanden eruit werden gehaald. Volgens de traumachirurg was dat eerder dan ze hadden verwacht, maar ik bleek sterk genoeg.”
Maakte je je geen zorgen of je de Spelen van Athene wel zou halen?
“Natuurlijk deed ik dat. De Spelen begonnen al het jaar daarop en of ik op tijd fit zou zijn, was nog maar de vraag. Ik heb mijn been lang niet belast, maar telkens kon ik het een beetje meer gaan doen. Na vierenhalve maand mocht ik van twee naar één kruk. Volgens mijn sportarts en fysiotherapeut kon ik toen wel weer proberen te gaan rijden. Ze hebben me al met al extreem snel weer op dat paard laten gaan, terwijl de meeste mensen tegen me zeiden dat het zeker een jaar kon gaan duren. Ik ben van nature iemand die denkt dat het altijd wel mee zal vallen, maar de eerste keer dat ik weer op een paard zat, gleed ik er na tien minuten weer vanaf, want ik had helemaal geen kracht meer in dat been. Het herstel heeft toch wel lang geduurd.”
We zijn geneigd te denken dat de dressuursport niet zo risicovol is. Klopt dat niet?
“Natuurlijk klopt dat wel. Maar ik zat vroeger zeven á acht uur per dag op een paard. Hoe meer je dat doet, hoe meer kans dat je hebt dat je er een keer vanaf valt. Dat is hetzelfde als je honderd keer per dag de trap af gaat of maar één keer; de kans op een val wordt bij die honderd keer natuurlijk groter. Daarbij werk ik veel met jonge paarden en dan is de kans dat je een keer valt ook weer wat groter. Ik ben toch wel met enige regelmaat van een paard gevallen. Een tijdje terug brak ik bijvoorbeeld nog mijn sleutelbeen, ook omdat het paard schrok en toen vielen we samen. Gelukkig hoefde mijn sleutelbeenbreuk volgens de traumachirurg niet geopereerd te worden, omdat het een zogeheten ‘mooie breuk’ was. Ik kreeg een mitella en pijnstillers, en kon naar huis.”
Hebben ouders van jonge kinderen dus gelijk als ze liever niet willen dat hun oogappeltjes op paardrijden gaan…?
“Ach, dat lijkt me onzin. Elke keer als ik zelf met mijn kind vanwege een ongeval naar het ziekenhuis moest, was het altijd opgelopen tijdens het voetbal! Nee, gewoon je cap op zetten en altijd goed blijven nadenken bij wat je doet, maar dat moet je ook als je in de auto stapt.“
En, wat werd het uiteindelijk ook al weer in Athene…?
“Haha, goud natuurlijk. Ik heb trouwens naast mijn medailles thuis nog veel meer eremetaal… een heel potje vol met platen, pinnen en schroeven die in mijn been hebben gezeten!”