Wie doet wat bij een traumaopvang op de Spoedeisende Hulp?
Als een patiënt die een ernstig ongeval heeft gehad, op de Spoedeisende[1] Hulp (SEH) binnenkomt, dan verloopt de opvang volgens de zogeheten ATLS-methode. ATLS staat voor Advanced Trauma Live Support, een wereldwijde methode die alle traumachirurgen leren en moeten beheersen. Een patiënt wordt dan systematisch onderzocht en behandeld, zodat direct levensbedreigende letsels niet over het hoofd worden gezien.
In de traumakamer op de SEH staan vaak vele zorgverleners. Iedereen heeft een vaste taak.
- De traumachirurg heeft de leiding over de hele groep en behandelt in een latere fase een groot deel van de letsels. Denk aan het opereren van botbreuken, het stoppen van bloedingen in de buik of het behandelen van grote wonden.
- De anesthesioloog is, samen met de anesthesie-medewerker, verantwoordelijk voor de ademhaling van de patiënt. Dat is vooral belangrijk als de patiënt zelf niet meer goed kan ademhalen.
- De chirurg in opleiding (AIOS) of de SEH-arts kijkt de patiënt helemaal na, eerst op alle levensbedreigende letsels. Denk aan een blokkade van de ademhaling, een letsel aan de borstkas, ernstige bloedingen en het bewustzijn van de patiënt. Daarna volgt een van-top-tot-teen-onderzoek.
- De radioloog is samen met de röntgenlaboranten verantwoordelijk voor het maken en goed beoordelen van alle röntgenfoto’s, CT-scans en/of echo’s.
- De A/B-verpleegkundige ondersteunt de anesthesioloog, de AIOS en de SEH-arts met allerlei belangrijke behandelingen op het gebied van de ademhaling, zoals het geven van zuurstof, uitzuigen, het inbrengen van een drain in de borstkas, etcetera.
- De C-verpleegkundige verzorgt onder andere de infusen, de wonden en doet de controle van de temperatuur.
- De klinisch-chemisch laborant neemt het bloed af voor onderzoek.
- Tot slot zijn er vaak ook andere specialisten bij een ernstig gewonde patiënt betrokken. Dat hangt van het soort letsel af. Bij hersenletsel of schade aan het ruggemerg is de neuroloog of neurochirurg betrokken; bij breuken in de wervelkolom de orthopedisch chirurg; voor extra ondersteuning als het om een kind gaat, wordt de kinderarts opgeroepen en bij ernstig letsel aan het gelaat de kaakchirurg.
