Het was de eerste mooie dag aan het einde van een winter vol met sneeuw. Wouter van Dorp stapte na zijn werk met een ontspannen gevoel op de motor om naar huis te gaan. Niet veel later reed hij op een een beginnende file in…
“Ik kan me er niets meer van herinneren,” begint Wouter zijn verhaal, “maar wat ik later wel te weten ben gekomen is dat ik op de snelweg ter hoogte van Soesterberg niet gezien heb dat de auto voor mij flink op de rem heeft moeten trappen. Ik remde daardoor waarschijnlijk ook veel te hard.“ Wouter vloog tussen de auto en de vangrail door en belandde uiteindelijk onder de vangrail. Dat vertelde de bestuurder van de auto voor hem – enkele maanden later.
Vanaf wanneer kun je je weer dingen herinneren?
“De dag erna kan ik me alleen nog herinneren dat ik wakker werd in het UMC Utrecht en toen zag ik dat mijn beide armen volledig waren ingegipst. Mijn vrouw zat in de kamer en mijn eerste reactie was: ‘Wat is dit?’ De avond ervoor bleken ze me helemaal gescand te hebben en een dag later hebben ze me langdurig geopereerd aan mijn linkerbovenarm en rechteronderarm. Marijn Houwert, de traumachirurg die me behandelde, zei me later dat het geen gewone breuken waren, het was flink puzzelen geweest. Mijn linkerbovenarm bleek op twee plaatsen gebroken. Het bot was ertussen uitgeslagen en gespleten. En in mijn rechteronderarm waren beide botten gebroken, ook met steelsplinters en kleine losse delen. Ze hebben de boel bij elkaar gebracht en in het totaal drie grote platen geplaatst.”
Hebben ze goed werk verricht?
“Zeker, dit soort ernstige fracturen kan zeker een jaar nodig hebben om te helen, met de kans dat er delen helemaal niet helen en dat er nieuwe operaties nodig zijn. En inderdaad: een half jaar later brak ik helaas de plaat in mijn linker bovenarm waardoor ik opnieuw onder het mes moest. Om het hechten van de botten te stimuleren, moest men aan beide zijden bot weg zagen en in het beenmerg boren. Dit was een heel heftig proces, ook omdat ik een aantal dagen na de operatie twee keer zware bloedingen uit de wond kreeg. Hoe ik hierin door het team van het UMC ben begeleid, was zeer plezierig en de manier waarop de traumachirurg samen met mij tot de behandelkeuzes kwam, eveneens.”
Na een tijdje bleek dat je ook hersenletsel had opgelopen. Hoe kwam je daarachter?
“Ja, een helm is uiteindelijk maar een helm… Mijn prikkelgevoeligheid bleek enorm groot. Een straat oversteken, de stad in met alle drukte; het was extreem heftig. En thuis met drie jonge kinderen… dat werkte ook niet bepaald goed. Na ongeveer drie maanden ben ik bij het UMC Utrecht daarom in een revalidatietraject gegaan, met een ergotherapeut en psycholoog, om aan de slag te gaan met de nieuwe werkelijkheid op dat moment.”
En hoe is je werkelijkheid nu?
“Als zelfstandige is ergens re-integreren momenteel lastig, maar gelukkig ben ik sinds een tijdje aan de slag bij mijn broer die een aantal webshops heeft. Dat kan gelukkig in mijn eigen tempo. Mijn linkerarm doet soms nog pijn en werkt niet altijd goed. Daarvoor ga ik nog één keer in de week naar de fysio. Mijn rechterarm functioneert nu voor 95% normaal. Daarnaast heb ik bij een psycholoog een EMDR-traject (een traumaverwerkingsmethode – red.) doorlopen . De impact voor mij en voor gezin is best heftig geweest. Een papa die niks meer kan, die regelmatig uit zijn slof schiet; dat is gewoon wat er gebeurt als je overprikkeld en vermoeid bent. In de revalidatie hebben ze mijn gezin ook meegenomen en laten zien wat er nou met papa aan de hand was. Het gaat nu gelukkig al een stuk beter. Ik kan weer meer met de kinderen doen. Mijn oudste zoon is de keeper van zijn hockeyelftal. Ik mag hem samen met zijn zusjes nu dagelijks op het grasveld voor ons huis de ballen om zijn oren slaan!”